GeschiedenisInleiding
De Liudgerkerk is een 13e eeuwse zaalkerk genoemd naar de bekende 'apostel der Groningers', de heilige Liudger. In 1664 is de kerk grondig verbouwd waarbij gebruik is gemaakt van de kloosterstenen van het in 1580 verwoeste klooster Sint-Bernardus te Aduard. Het rijke interieur van de Ludgeruskerk wordt zichtbaar nadat 'Dit is de poorte des hemels' is betreden: de zuidelijke toreningang. Sporen van de families Ewsum, De Mepsche en Ripperda zijn zichtbaar in de 17e eeuwse herenbanken met wapenschilden in houtsnijwerk. Nog meer rijkdom is te vinden in een van de twee grafkelders. Het betreft de fraai bewerkte tombe voor de Weense gravin Margaretha von Cobentzel. Oldehove Over de naamstelling Oldehove is een oude legende. Het dorp heette vroeger Humerke. Op een dag kwamen drie nonnen uit het klooster Oldehove bij Leeuwarden, in een zware storm terecht. Ze werden gered door vissers uit het Ruigezand bij Hemerke. Uit dankbaarheid lieten deze nonnen vervolgens een kerk bouwen en de naam van het dorp veranderde in Oldehove, naar het klooster. De toren werd vervolgens ‘zustertoren’ genoemd. De werkelijkheid ligt anders; de naam Oldehove is afgeleid van ‘oud kerkhof’. De kerk en het kerkhof waren de oudste in het gebied. In- en exterieur ‘Dit is de poorte des hemels’ staat op de gedenksteen uit 1664 boven de zuidelijke toreningang. In dat jaar is de oorspronkelijk 13e eeuwse kerk grondig verbouwd. Daarbij werd gebruik gemaakt van de restanten van het kloostercomplex Sint-Bernardus te Aduard, dat 80 jaar daarvoor verwoest was. In de muren van de Ludgeruskerk zijn op deze manier Aduarder kloosterstenen terecht gekomen. Van de muren is de noordelijke grotendeels oorspronkelijk met smalle romaanse rondboogvensters en spaarvelden. In de zuidelijke muur zijn de oorspronkelijke vensters vervangen door vensters in gotische stijl. Ooit was de kerk overdekt door gemetselde gewelven, maar nu heeft het een houten tongewelf. Het interieur heeft dankzij voorname families als Ewsum, De Mepsche en Ripperda, een collatorbank uit 1650 met de wapens De Mepsche-Van Wickeringe en een bank uit ongeveer 1700 met gesneden opzetstuk en wapens van onder andere Ripperda, Van Deest, Heerma en Schellingwoude. Boven de 17e eeuwse preekstoel is een witmarmeren gedenkplaat voor de gebroeders Teenstra, die het Ruigezand hebben ingepolderd. Grafkelder In 1969 werd bij het graafwerk tijdens de restauratie een belangrijke vondst gedaan door de toenmalige Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek. In het koor werden twee grafkelders blootgelegd. Eén daarvan bevatte een fraai gebeeldhouwde zandstenen graftombe. Deze grafkelder is tijdens de restauratie weer toegankelijk gemaakt. Kerkorgel In 1903 kreeg de toenmalige kerkelijke gemeente een legaat van de heer Raven. Het geld was bestemd voor de aanschaf van een orgel. Deze werd vervaardigd door de Fa. Van Oeckelen & Zonen uit Harendermolen. Het orgel is nog geheel origineel, met uitzondering van de later toegevoegde windmotor. In 1971 werd het orgel gerepareerd door M. Ruiter waarbij een aantal pijpen werden vernieuwd. Het orgel staat op een galerij tegen de westmuur. © SOGK 2013 |
Verder lezen |